Het Samsung Printer Center gebruiken

[Opmerking]
  • Alleen beschikbaar voor Windows-gebruikers.

Het Samsung Printer Center stelt u in staat om vanuit een enkele geïntegreerde toepassing alle op uw computer geïnstalleerde printerstuurprogramma's te beheren. U kunt het Samsung Printer Center gebruiken om printerstuurprogramma's toe te voegen of te verwijderen, de status van printers te bekijken, printersoftware bij te werken en instellingen van printerstuurprogramma's te configureren.

Het Samsung Printer Center begrijpen

Openen van het programma:

Voor Windows:

Kies Start > Programma’s of Alle programma's > Samsung Printers > Samsung Printer Center.

Het tabblad Printers

[Opmerking]

De schermafbeelding kan verschillen, afhankelijk van het besturingssysteem dat u gebruikt.

1

Printerlijst

Geeft de printerstuurprogramma's weer die op uw computer zijn geïnstalleerd. Klik op de knop om een printerstuurprogramma aan de lijst toe te voegen.

2

Snelkoppelingen

Geeft koppelingen weer naar verschillende beheerfuncties voor printerstuurprogramma's. De snelkoppelingen in het tabblad Printers maken een koppeling naar de volgende functies:

  • Instellingenstelt u in staat de instellingen voor een individueel printerstuurprogramma te configureren.

    • Als standaardprinter instellenStelt het geselecteerde printerstuurprogramma in als standaard printer. Indien het geselecteerde printerstuurprogramma reeds als standaard printer is ingesteld, is deze optie niet actief.

    • Voorkeursinstellingen voor afdrukkenstelt u in staat de standaard afdrukinstellingen te configureren.

    • Apparaatoptiesstelt u in staat om geavanceerde opties te configureren, zoals de instellingen voor optionele apparaten en extra functies.

      [Opmerking]

      De optie stelt u in staat om de instellingen voor Printerstatus en Stijlvolle gebruikersinterface te wijzigen.

    • Apparaat wijzigenstelt u in staat het apparaat te wijzigen in een ander apparaat.

    • Eigenschappenstelt u in staat om de eigenschappen van het printerstuurprogramma te configureren, zoals de naam van het printerstuurprogramma en de locatie ervan, of om commentaar over het printerstuurprogramma toe te voegen.

  • Actiesstelt u in staat om de scanfunctie te gebruiken (deze optie is alleen ingeschakeld wanneer het geselecteerde apparaat de scanfunctie ondersteunt).

  • Beheerstelt u in staat om de in het programma geregistreerde apparaten te beheren.

    • Een nieuwe printer toevoegen / Printer verwijderenvoegt een nieuw apparaat toe of verwijdert een bestaand apparaat.

    • Problemen met de printer vaststellendiagnosticeert problemen in het geselecteerde apparaat en stelt oplossingen voor.

    • Software bijwerken: downloadt de toepasselijke software-updates en voert deze uit.

3

Printerinformatie

Geeft algemene informatie over het geselecteerde apparaat, zoals het model, het IP-adres, het poortnummer en de status.

Het tabblad Scanner & Fax

[Opmerking]
  • De schermafbeelding kan verschillen, afhankelijk van het besturingssysteem dat u gebruikt.

  • Alleen beschikbaar voor multifunctionele producten.

1

Printerlijst

Geeft de fax- en scannerstuurprogramma's weer die op uw computer zijn geïnstalleerd. Klik op de knop (Fax toevoegen) of (Scanner toevoegen) om een fax- of een scannerstuurprogramma aan de lijst toe te voegen.

2

Snelkoppelingen

geeft koppelingen weer naar de beschikbare functies voor het beheren van fax- of scannerstuurprogramma's. De snelkoppelingen in het tabblad Scanner & Fax bieden de volgende functies:

[Opmerking]

Om deze functie te gebruiken moet het fax- en scannerstuurprogramma op de computer geïnstalleerd zijn.

  • Instellingen: stelt u in staat de instellingen voor fax- of scannerstuurprogramma's te configureren.

    • Adresboek (alleen fax): opent het adresboek.

    • Geschiedenis faxoverdracht (alleen fax): opent de faxoverdrachtgeschiedenis.

    • Faxvoorkeuren (alleen fax): stelt u in staat de standaard faxinstellingen te configureren.

    • Apparaat wijzigenstelt u in staat de apparaten te wijzigen in een ander apparaat.

    • Eigenschappenstelt u in staat om de eigenschappen van een apparaat te configureren, zoals de locatie, en om commentaren over het apparaat toe te voegen.

  • Actieshiermee kunt u de scanfunctie gebruiken.

  • Beheerstelt u in staat om de in het programma geregistreerde apparaten te beheren.

    • Fax verwijderen of Scanner verwijderen: verwijdert het geselecteerde fax- of scannerstuurprogramma.

    • Software bijwerkendownloadt de toepasselijke software-updates en voert deze uit.

3

Printerinformatie

Geeft algemene informatie over het geselecteerde apparaat, zoals het model, het IP-adres, het poortnummer en de apparaatstatus.